“We are such stuff As dreams are made on ; and our little life Is rounded with a sleep.” (William Shakespeare)

Jo Gevers °13/02/1930, Bree, België.
In 2015 50 jaar getrouwd met Anna Vorster en vader van Joanna en Kristof.
Omringd door zijn gezin thuis overleden te Meerdonk op 06/10/2015.

IN MEMORIAM (Remco Campert)
Steeds vaker belt een krant hem op
bij een nieuwe dode die hij kende
toen tijd nog toekomst had

uit de lappenmand van zijn memorie
diept hij een aardigheidje op
de anekdote waar de krant op wacht

zo zijn dan de dode en hij
nog een laatste keertje nieuws
tezamen in de wijkende tijd van hun begin

BERICHTJE AAN DE DOOD (Voor Jo, in vriendschap, Magda)
Laat mij doodgaan,
dood in de geur van de ochtend
tussen woorden van gisteren
en het verhaal van de nacht.
Spreek met mij dood,
kom volg mij,
kom in het treintje dat naar school toe rijdt
Ik volg, dood, blijbedrogen
met de smaak van vers zonlicht
het plan voor die dag
diep in mijn zak
en wuiven, wuiven.
Die aandag van jou oë (Petra Müller)
Ek kyk nooit na jou nie. Ek weet:
die aandag van jou oë,
op ’n ander horison gerig,
het my vergeet.
Ek kyk nou na die grond, Kyk stip -
want ’n bekendheid daag my
uit die naaste gras en klip.
Die aandag van jou oë, toe dit my verlaat,
het my die groen en bruin gevlekte skoonheid
van die aarde nagelaat
Do Not Go Gentle into that Good Night (Dylan Thomas reciting)
Die eeuwige schoonheid (Rutger Kopland)
Hij begon in die toevallige wereld
die onbegrepen wirwar van lijnen en lijntjes
die een boom werd bijvoorbeeld

hij noemde deze schoonheid de tragische
schoonheid van de mens die haar ziet:
van moment tot moment

hij wilde niet zien hoe de wereld voorbij gaat
maar zien hoe eeuwig hij is als zij terugkeert naar
dat ene moment waarin haar lijnen en
lijntjes samenvallen tot een boom bijvoorbeeld
tot haar formule

hij stierf en zag alles, zag alles en stierf

DE DOOD VAN DE DICHTER (Rainer Maria Rilke)
Hij lag. Zijn bleke aanschijn rustte daar
hoog in het steile kussen en verbeten,
sedert de wereld en dit van-haar-weten,
van zijn bewustzijn losgereten,
weer toeviel aan het onverschillig jaar.

Degeen die hem op die manier zal leven,
wist niet wat hij vereend had in zichzelve:
de verten en de vijvers en de velden,
die hadden zijn gezicht pas vorm gegeven.

O zijn gezicht was heel dit wijde land
dat nu bij hem wil zijn en om hem werft;
en dit, zijn masker, dat nu angstig sterft,
is teer en open als de binnenkant
van een stuk fruit dat aan de lucht bederft.

UIT : As you like it (William Shakespeare)
All the world's a stage,
And all the men and women merely players;
They have their exits and their entrances,
And one man in his time plays many parts,
His acts being seven ages.

UIT : The Tempest (William Shakespeare)
“Our revels now are ended. These our actors,
As I foretold you , were all spirits, and
Are melted into air, into thin air;
And, like the baseless fabric of this vision,
The cloud-clappe’d towers, the gorgeous palaces,
The solemn temples, the great globe itself,
Yea, all which it inherit, shall dissolve,
And like this unsubstantial pageant faded,
Leave not a rack behind. We are such stuff
As dreams are made on ; and our little life
Is rounded with a sleep.”

I carry your heart with me (I carry it in my heart) (E. E. Cummings)
I carry your heart with me (I carry it in my heart)
I am never without it (anywhere I go you go, my dear;
and whatever is done by only me is your doing, my darling)

I fear no fate (for you are my fate, my sweet)
I want no world for beautiful you are my world, my true)
and it’s you are whatever a moon has always meant
and whatever a sun will always sing is you

here is the deepest secret nobody knows
(here is the root of the root and the bud of the bud
and the sky of the sky of a tree called life; which grows
higher than soul can hope or mind can hide)
and this is the wonder that's keeping the stars apart
i carry your heart (i carry it in my heart)

UIT : Oncle Archibald (Georges Brassens)
Lors, montant sur ses grands chevaux,
La Mort brandit la longue faux
D'agronome
Qu'elle serrait dans son linceul,
Et faucha d'un seul coup, d'un seul,
Le bonhomme...

Comme il n'avait pas l'air content,
Elle lui dit: "ça fait longtemps
Que je t'aime...
Et notre hymen à tous les deux
Etait prévu depuis l'jour de
Ton baptême...

"Si tu te couches dans mes bras,
Alors la vie te semblera
Plus facile...
Tu y seras hors de portée
Des chiens, des loups, des homm's et des

Imbéciles..."

Et mon oncle emboîta le pas
De la bell', qui ne semblait pas,
Si féroce...
Et les voilà, bras d'ssus, bras d'ssous,
Les voilà partis je n'sais où
Fair' leurs noces...

Bericht van Anita Daldini (voor Jo) 31/08/2015
Beste Jo,
Ik bewonder de manier waarop je met Pietje de dood omspringt.
Je maakt het voor Anna, Kristof en Joanna, ook voor je vrienden en kennissen veel gemakkelijker.
Je ontdoet die rare geheimzinnige beangstigende gewaarwording over onze finaliteit van een pak hypocriete gevoelens en vooral van dramatiek. En dit voor een theatermaker!
Natuurlijk deze houding kan alleen wanneer je reeds een aantal ‘gezegende’ jaren achter de rug hebt.
Ik dank je voor ons gesprek van gisteren. Het was een gewone babbel...
Ik moet zeggen dat ik bij niemand - en ik heb er al veel zien gaan- zoveel helderheid en humor heb meegemaakt.
Ja, bij Eric Mollet ook.
We dronken champagne en we zongen.
Je hebt ons door je houding tegenover de dood in het beetje leven dat ons rest op de juiste weg gezet.
Je hoeft niet eens meer zoals in de Koning sterft te zeggen:
Aan allen die mij zijn voorgegaan, leer mij sterven.
Jij leert het ons.
Bedankt voor zoveel wijsheid!

Nico (Petra Müller); Nico Müller, verdrink op 5/11/1961 – ter herinnering
Hoe sal ek jou van hierdie volgehoue stilte red?
Kyk, die jaar is dragtig –
Bome swel, riviere was
En mispels gooi hul vrugte op die grond.
Die jaar het al sy rykdom reeds gebaar
En bly nóg dragtig, swaar met jaar vir jaar
Se steeds herhaalde vrug.
Die dae lê soos jong granate in ons hande, seun;
Elke pit bloei rooi.

Ons het jou op die stam geënt.
Ons het jou in die grond geploeg.
Ons het jou naam by dag en nag geroep
Tot selfs die voëls dit verder dra,
En jý, met al jou ongeskonde vreugdes
Van hand, van voet en mond,
Verklaar jou daagliks onafhankliker,
Groei altyd vaster in die honger grond.

Die wintergras word wit
En om die heuwels loop die paaie
Na alle verre oorde aan.

Ek moet jou naam nog eenmaal noem, in liefde en verset.
Hoe anders sal ek jou van hierdie volgehoue stilte red?

DOOD (Eddy Van Vliet)
Dood. Heb geen angst. Talm niet
voor mijn deur. Kom binnen.
Lees mijn boeken. In negen van de tien
kom je voor. Je bent geen onbekende.

Hou me niet voor de gek met kwalen
waarvan niemand de namen durft te noemen.
Leg me niet in een bed tussen kwijlende
kinderen die van ouderdom niet weten wat ze zeggen.
Klop mij geen geld uit de zak
voor nutteloze uren in chique klinieken.

Veeg je voeten en wees welkom.

LICHT VAN MIJN LEVEN (Remco Campert)
Het levenslicht zag ik in Den Haag
maar in Amsterdam, Van Eeghenlaan zeven
te midden van dichters (Luceberts schaterlach,
Schierbeeks hikkende Boek Ik) , zagen
mijn woorden het licht
dat me niet meer verliet, trouw
door dik en dunne dan dik

nu zoveel jaren later
loop ik nog even door de straten
van datzelfde Amsterdam, tot
in een knipperend ogenblik
het leven me loslaten zal

laat me dan, dat moment gekomen,
opnieuw nog even
zweven boven het Stedelijk
dan verder al hoger
boven de bomen in het Vondelpark
waarna ik, mijn tijd opgeheven,
voor eeuwig uiteenval, me verenig
met het fijnstof van de stad,
met de spiegeling van het zonlicht
in het water van de gracht
en word meegenomen met de glimlach
en de dromen van het meisje
dat ik eens op een tramhalte zag

 
Curriculum vitae

Behaalde licentiaat Germaanse Filologie aan de Gentse Rijksuniversiteit en de graad van Magister Dramaturgiae aan de Universiteit van Stellenbosch. Toneelopleiding aan het Koninklijk Conservatorium te Brussel, bij de Studio van het Nationaal Toneel te Antwerpen, aan de Zomeracademie van het Mozarteum te Salzburg en te Bristol aan de Bristol Old Vic Theatre School.

Verwerft bekendheid in Zuid-Afrika en België als regisseur, acteur, vertaler, toneelbewerker, theaterdocent en lector.

Jo Gevers : "Het hoogste gezag en de meest intense ontroering wordt door dramatische mededeling geconditioneerd; door enerzijds de toneelkunstenaar en anderzijds een toneelpubliek, die beiden zijn 'in eenen stronck gheplant'"

FOTO'S en KRANTENKNIPSELS


TONEELDOCENT

Docent Universiteit Stellenbosch (1962-1965), senior lector en Hoofd Departement Drama en Toneel aan de Universiteit van de Oranje-Vrystaat (1965-1968). In België: docent Studio Herman Teirlinck, Antwerpen (1968-1977); docent toneel, Conservatorium Gent (1976-1981); leraar toneelexpressie, Academie Schone Kunsten, Gent (1975-1985); Docent Dramaturgie en Regie, Hoger Rijksdienst voor Toneel en Cultuurspreiding (HRITCS) in Brussel (1973-1993).

ACTEUR

Als toneelacteur zijn z'n voornaamste rollen: Scapin (Die Jakkalsstreke van Scapino, Molière), Don Carlos (Don Carlos, Schiller, regie Fred Engelen), Revizor (Die Inspekteur Generaal, Gogol), Blunschli (Arms and the Man, Shaw, regie Fred Engelen), Richard III (Richard III, Shakespeare), Boesman en Lena (A.Fugard)

REGIE en TONEELBEWERKING

Hij regisseerde en bewerkte meer dan 80 producties van onder meer Euripides, Shakespeare, Molière, Lorca, Gogol, Tschechof, Anouilh, R. Thomas, Tennessee Williams, Herman Heijermans, P. Levene, Fay en Michael Kanin, Ionesco, Franz Kafka, Beckett, Brecht, Arabal en Bond.

TONEELLEIDING

Artistiek directeur, South-African Theatre Studio, Bloemfontein (1966-1968); Artistiek directeur, Theater Arena, Gent (1971-1973); Algemene Directeur, Theater Antigone, Kortrijk (1985-1988).

CONTACT
annagevers@telenet.be | Tel: +32 (0)3 / 336 58 18